Boerendeuren hebben een extra'tje dat reguliere buitendeuren niet hebben: het bovenste gedeelte van de deur kan geopend worden! Je ziet het vaak bij een achterdeur of voordeur.
Een boerendeur of duodeur is meestal een buitendeur, bestaande uit twee delen, een onder- en bovendeur. Het bovenste gedeelte kan afzonderlijk of gelijktijdig met de onderste helft geopend en gesloten worden. Omdat dit type deur voornamelijk voorkomt bij boerderijen, spreekt men van een boerendeur. Door de bovenste helft open te doen en de onderste helft gesloten te houden, kan de woning gelucht worden, terwijl straatvuil en dieren buiten gehouden worden.
De onderdeur wordt op de gebruikelijke wijze met een slot gesloten. De bovendeur kan met een of meer grendels aan de onderdeur gekoppeld worden, zodat er één deur ontstaat die als een gewone deur gebruikt kan worden. De onderdeur is niet afzonderlijk te gebruiken.
In het buitenland spreekt men vaak over een Hollandse deur (Dutch door, hollandsk dør, hollantilainen ovi enz.)